Welcome to Michel Michel’s World: A Dance of Light, Emotion, and Human Connection
Step into Michel Michel (a.k.a. Michel Vaerewijck)’s universe, where art becomes an intimate whisper, beckoning you to feel, not just see. This isn’t the safe, clean art you pass by. No, here, you’re invited to dive into something raw, visceral. Each piece feels like it’s holding its breath, a window into the emotional realm where light isn’t just light—it’s an electric pulse of connection between you, the work, and some larger, unseen cosmos.
What I Can't Show
Imagine this: Michel, with an oversized, ancient camera in front of him, mixing up chemistry like a mad scientist—homebrewed silver on glass, metal plates, and emotion. He’s waiting, the energy in the room heavy with expectation, as the model becomes part of the image, as much an actor in the creation as he is. You feel that energy. You look at these photos, and it’s like the light isn’t just bouncing off someone’s face—it’s revealing the soul. These are not just photos—they’re talismans, fragments of life, holding onto something almost too delicate to grasp. Michel’s images aren’t static; they vibrate with something deeper, an emotional current.
Each photograph pulses with a kind of humanity that transcends the physicality of the medium. He’s using light and glass to capture the intangible—hopes, fears, dreams. The process? Like something out of an alchemist’s lab. But what he’s really after is connection—the connection between viewer and subject, between light and soul, between the tangible and the ephemeral.
Sharpness Is A Lie
We’re obsessed with clarity, aren’t we? Sharpness, the precise line, the defined reality. Michel doesn’t care about any of that. His world is softer, a place where light unravels and sharpness fades into suggestion. He plays with the lens like a painter plays with color, crafting images that are more feeling than form. And the effect? You can almost hear the silence, the soft, dreamy hues drawing you into a world where light and shadow seem to breathe together.
This work isn’t about what you can easily define. It’s about trusting your gut, your instincts—about letting the images wash over you and realizing there’s beauty in the blur, in the ambiguity. Sharpness is a lie, Michel’s work says. Reality is soft. And once you surrender to that idea, you start to see things differently. These photographs are a love letter to the unseen, to the intimate, to the delicate caress of shadow and light that dances across ultra-matt paper, dissolving the boundaries of perception and pulling you into a space that feels more primal, more real.
We Need Larger Antennae
Now, here’s where it gets wild. Imagine this: your message, your deepest thoughts, sent out into the cosmos, traveling at the speed of light. That’s what Michel’s doing with these real, functioning Morse-code transmitting stations. But it’s not just tech for tech’s sake. He’s capturing your humanity, your vulnerability, and sending it on a journey through space. It’s like throwing a pebble into the water and watching the ripples expand forever. Your message ripples out into the universe, and even as time passes, long after humanity is gone, it keeps traveling. This isn’t just about light—it’s about the human spirit continuing, echoing through the stars.
Michel’s cosmic performance is a kind of anonymous confession—an invitation to offer up your most fragile, intimate self to the void. You’re not just sending data—you’re sending your humanity, your vulnerability, on a ride that stretches from here to caress the Moon after one second, to Mars in 12 minutes, past planets, and out beyond our solar system in just five hours. It’s a reminder that, even when we’re gone, something of us lingers. We’re not just here; we’re part of the universe. Forever. It’s both humbling and awe-inspiring, knowing that your message is still out there, long after everything else has disappeared. That’s the kind of connection Michel is after—the one that stretches across time and space, the one that’s rooted in our shared fragility.
Michel Michel: The Man Behind the Lens
Born in 1965, Michel didn’t start out in art. His life began as a telecom engineer and commercial photographer, but somewhere along the line, something shifted. His obsession with the unseen—the stuff that slips between the cracks of our everyday—drew him into a world of art where science, philosophy, and humanity collide. He’s fascinated by time, by energy fields, by the invisible forces that bind us together: love. After years of traveling the world, Michel retreated to the outskirts of Antwerp, where he now lives a more reclusive life. But that solitude is key—it gives him the space to really dig into the friction between physics and metaphysics, turning fleeting moments into something more, something almost poetic.
Michel’s work challenges you to question everything you think you know. It’s about looking deeper, beyond the obvious, into the undercurrents of existence. His images are like fragments of a much larger narrative, a quiet ode to the transient beauty of life. By sending out these transmissions, these messages of humanity, Michel invites you to join him on a journey of discovery. You won’t just see his work—you’ll feel it. And that’s the point. This isn’t just about art—it’s about connection, about finding beauty in the spaces between, in the things we can’t always touch but can definitely feel.
Reiken naar het oneindige: het werk van Michel Vaerewijck
Praten met Michel Vaerewijck is als reizen door tijd en ruimte. Na een paar uur gesprek in zijn atelier ziet de buitenwereld er plots onwerkelijk uit. Auto’s razen voorbij, forenzen volharden in hun haastige tred. Ik sta verstild aan de zijlijn, doordrongen van de dimensies die Vaerewijck via zijn werk tracht te genaken. Hij reikt tussen de mazen van wat tastbaar en zichtbaar is, zo overtuigd dat het lijkt alsof de werkelijke essentie van ons mens-zijn zich precies daar afspeelt.
U vraagt zich nu misschien af: hebben we hier te maken met een filosoof? Een psycholoog misschien? Een alchemist of mysticus? Een vreemdsoortige wichelaar? Allicht is Vaerewijck wat van dit alles, maar in de eerste plaats fotograaf. Of nauwkeuriger: fotografie is het voornaamste medium via hetwelk zijn vele fascinaties, onderzoeksvragen en bevindingen een uitweg vinden. Gestut door een wetenschappelijke honger, die zowel de technieken behelst die hij hanteert als de onderwerpen zelf.
“Samen met mijn dochter zou ik graag wiskunde gaan studeren. Want wiskunde is de basis van alles, zelfs van hoe een foton, een ‘klontertje energie’, weerkaatst op een lichaam en zo een fotografisch beeld teweegbrengt. In de digitale fotografie worden die lichtgolven ontbonden in codes, in de analoge fotografie kristalliseren ze in de materie. Daarom werk ik liever met analoge fotografie, en nog het liefst via het collodiumprocedé. Hierbij dompel ik een metaalplaat onder in collodium en zilvernitraat om het daarna, terwijl het nog nat is, bloot te stellen aan licht en ultravioletlicht met mijn camera obscura.”
Niet bang voor de dood
Vaerewijck heeft een jarenlange expertise als lifestylefotograaf. Maar iets bleef knagen: hij wou zelf nieuwe dingen creëren, uit het niets. Slechts dan zou hij voldoening vinden. Dus toen hij aanvoelde dat de printmedia wat minder zouden gaan floreren, bouwde hij stilletjes een reputatie als kunstfotograaf op. Een trage fotograaf, met een voorliefde voor lange sluitertijden en oude materialen. Pas veel later ontdekte hij dat fotografie als een rode draad doorheen zijn familiegeschiedenis loopt. Uit een persoonlijk schatkistje, gevonden op zolder bij zijn grootvader, diept hij de ene na de andere curieuze, vergeelde of half verweerde familiefoto op, zelfs een aantal daguerreotypes. Wat verder in zijn atelier bekijken we twee levensgrote foto’s van zijn betovergrootouders. Ze lijken te leven, zijn zo aanwezig dat je als kijker niet te dichtbij durft te komen.
Praten met deze fotograaf is bliksemsnel het pad van de smalltalk verlaten. We zijn amper gezeten of daar is al de meest essentiële hamvraag: waar het om gaat in dit leven? Vaerewijck schiet meteen raak: “De dood omarmen en de weg ernaartoe zo aangenaam en boeiend mogelijk maken.” Zelf heeft hij geen moeite met het sterven, mede daarom ziet hij het werken met giftige materialen niet als een probleem. “Wij hebben de dood gedemoniseerd, maar het kan iets heel moois zijn. Waarom zou je willen blijven leven als je stilaan al je mogelijkheden en vrijheden verliest?” Wanneer ik vraag of zijn dood dan niet vreselijk zou zijn voor zijn naasten die achterblijven, pareert hij dat meteen met: “Is dat geen egoïstische stelling? Mijn grootste objectief wat betreft mijn kind is: zorgen dat ze een zelfstandig, zelfredzaam wezen is, dat ze stevig in het leven kan staan, ook zonder mij.”
Kunst is ersatz
Het woord is eruit: het kind. Zijn dochter, naar eigen zeggen de zon die opkwam in zijn leven. Het is het moment in het interview waarop zijn gemoed volschiet. Om de mooie intense connectie die hij met haar heeft, de mooiste die hij ooit met iemand heeft gehad. Om de rijkdom die ze bijbracht in zijn leven. Een leven dat hij voor haar voor een deel omgooide. “Er is niets wat dit kan overstijgen, zelfs de kunst niet. Onze opdracht hier op aarde is de golf van voortdurende verandering aansturen en laten voortduren. Alles is steeds in beweging. Ik ben zelf slechts een tijdelijke verandering in een geheel van veranderingen. Hoe kan je zorgen dat het creëren doorgaat? Daar heeft de natuur voor gezorgd, want er is maar één manier waarop dit met stellige zekerheid kan: een kind op de wereld zetten. Kunst verzinkt daarbij in het niets. Het is slechts ersatz.”
Een boude stelling voor iemand die van tijd tot tijd zichtbaar noodzakelijk zijn toevlucht neemt tot kunst. Voor iemand die duidelijk in zijn werk reikt naar de eeuwigheid, naar de oneindigheid, voorbij de vergankelijkheid. Schoorvoetend geeft hij het toe: “Ook in fotografie zoek ik hoe die golf kan worden doorgegeven. Alles is energie. Wat ik betracht is die energie weer te geven op de gevoelige plaat. Het materialiseren van het efemere, het zichtbaar maken van het onzichtbare.”
Hier gaat een heel proces aan vooraf, dat begint met het moment waarop het model in zijn wagen stapt. Op het gemak stellen, is een belangrijk devies. En dan praten, indien nodig urenlang. Allesbehalve een erotische spanning mag er heersen in de studio, want dat zou beiden afleiden van waar het in essentie om draait: een kanaal openzetten, het zoeken naar emotionele resonantie tussen model en fotograaf, naar plekken waar er een overlap is in beider gemoedstoestand en geschiedenis. Gedeelde kwetsuren, herkenbare verlangens, een ontmoeting op louter energetisch vlak.
Energetische imprints
“Mensen die hier komen moeten bereid zijn tot geven”, zegt Vaerewijck. “Zelf intervenieer ik amper, ik laat het gebeuren, ik geef weinig tot geen instructies. Ik wil dat die persoon zelf en alle bijhorende emoties van het moment op de plaat komen te staan, en dat kan enkel door zelf op de achtergrond te blijven. Modellen komen in een soort trance, ze gaan hangen in hun pezen in plaats van te steunen op hun spieren. Ik sta met mijn rug naar hen en druk op de timer. Ik kijk niet naar wat ik fotografeer. Zowat altijd is het resultaat een verrassing, en dan is het goed.”
“Met elk beeld heb ik een dubbele bedoeling: de energie, het gereflecteerde licht van het model opslaan, waarbij het zilver fungeert als een soort batterij – een rechtstreekse verbinding tussen het onderwerp en de plaat, en ten tweede zorgen dat er een overdracht ontstaat tussen de plaat en de kijker, dat die energie uitstraalt en voelbaar is voor wie de tijd neemt het beeld goed te bekijken.”
Hierdoor komt het dat zijn beelden eruitzien als foto’s, maar het in feite niet zijn. Het zijn een soort schimmen, geesten, mentale afbeeldingen nadat iemand is verdwenen, energetische imprints in de ruimte, in het elektromagnetische veld. Zelf legt Vaerewijck het zo uit: “Als ik een brief van mijn overgrootvader lees, geschreven met pen en inkt, dan zit in die materie een restje energie van hem, in elke krul en elke plek waar hij harder drukte op het papier. Het is een extra dimensie die je nooit zou krijgen als dezelfde tekst op een computer werd getikt. Op dezelfde manier vind je in mijn foto’s een restje energie van het model, dat voor altijd opgeslagen zal blijven, hoe beperkt ook. Een plaat blijft voor altijd een traag levend ding.”
Vonkje van menselijke schoonheid
Dat hij dankbaar is om wat zijn modellen hem geven, zegt hij. En dat hij hoopt met zijn beelden hen iets terug te geven. Het liefst zijn het geen professionele modellen of acteurs, omdat hij mikt op spontaneïteit en authenticiteit. De precaire sfeer die hij creëert in zijn atelier, is geen evidentie. Soms lukt het niet met een model, bereiken ze samen niet de benodigde concentratie. Dan breekt hij node de samenwerking af.
Heel vaak, eigenlijk bijna altijd, zie ik vrouwen verschijnen op zijn platen. Ik pols naar het waarom: “Omdat dit soort gesprekken, zoals wij hier nu ook hebben, heel moeilijk zijn onder mannen. Kwetsbaarheid, introspectie, naar de essentie durven te gaan, beschermende lagen en schaamte afleggen, dat kunnen vrouwen gewoon vlotter. En die beweging is absoluut noodzakelijk om tot de juiste mindset te komen.”
Hij houdt van het licht, maar misschien nog meer van de donkere plekken in het energetisch veld van de ander. Daar waar zaken besloten liggen die het daglicht niet mogen zien, brandplekken waar schuld of schaamte op rusten. Hierover maakte hij de performance WE NEED LARGER ANTENNAE - een installatie waarmee hij boodschappen van menselijkheid de ruimte in stuurt. Als een soort biechtvader richt hij zich tot zijn publiek: waarover heb je spijt? Wat had je achteraf gezien anders willen doen in je leven? Wie wil mag dit - vrijwilligen indien gewenst anoniem - op een kaartje schrijven, waarna Vaerewijck het in morsecode omzet en verzendt via golven die buiten de planeet dragen. Als een steentje dat in het water wordt gegooid, met kringen die steeds verder uitdijen en ergens ver weg, in ongekende gebieden, een vlindereffect veroorzaakt.
“Zowel voor mij als voor de deelnemers werkt dit als een catharsis. Ik heb ook domme dingengedaan in mijn leven, maar weet ook hoe subliem het moment van inzicht en schuldbewustzijn kan zijn. Dat wil ik mijn publiek schenken, een plotse lichtstraal op een plek waar een lading op zit, een gedeeltelijke bevrijding, op een leuke symbolische manier.”Vonkjes van menselijke schoonheid, noemt hij ze zelf, deze intieme confessies, die soms zeer aangrijpend zijn. Ook zijn foto’s zien wij als pulsen, als korte piekmanifestaties van menselijke schoonheid, zij het voorbij het concreet waarneembare. Het zijn breekbare getuigenissen uit het intrigerende rijk dat net voorbij onze zintuigen ligt.
Annelies A. A. Vanbelle, Antwerpen, oktober 2019.
Limits of Reason, Fleeting Time / Think about digital snapshots sedimenting the bottom of our hard disks; photography gets lost. Unless you go through meticulous archiving. The personal need for a slower photographical approach while rendering the photographical object more valuable for long lasting preservation, propelled Michel Vaerewijck into one-off glass plate photography. His unica oeuvre consists of poetic, dreamlike images with floral motives and lingering nudes; an approach associable with e.g. Balthasar Burkhard, an investigation in the causational nature of things.
Gradually however, with a quest for substance as a strong driving force, Michel Vaerewijck transcends ‘medium’ as well as ‘subject’. That is to say; it is actually rather more ‘the span’ of the 10 brief minutes in which the silver nitrate migrates into the light-sensitive fluid, which becomes more and more -the true subject- of Michel Vaerewijck’s photography. The axis around which this artist’s field of investigation namely revolves, has become the ‘tapping’ of the intangible itself; a chemically bridged connection between our ‘selves’ and the incomprehensible and multifaceted nature of every personal experience. Point of View: this world and its fleeting time.
The glass plates however, do not allow any adding, altering or deleting; light is immediately transformed into matter and structure, which obliges Michel Vaerewijck to plan and prepare his settings, in a strong interaction with his models in order to be fully ready to ‘catch’ their presence in the studio, the gift of their openness, and their action in pose. All while a reflection of light crosses the calm of the dark. A shared communion. A splinter in time. How the photographer relates to the models is of utmost importance here, because it takes repetition, trust and patience to plunge into the world of the darkstudio and embark on a mutual research, which is: balancing the model’s input with the photographer’s imagination and expectation.
Temporary Vessels / The approach in Michel Vaerewijkck’s oeuvre reveals a philosophical and very human concern. Throughout the oeuvre runs a craving for connection. Michel Vaerewijck has been trained as an engineer and thus has learnt to understand the world as calculable. In his art however, he expresses his insecurities and his intuitive questions on the friction between physics and metaphysics. Most of Michel Vaerewijck’s works are hinting on erotic ‘pulsion’. Some of Michel Vaerewijck’s nudes might be perceived as being at the edge of the pornographic, but, they absolutely aren’t. On the contrary, when looking at the glass plate nudes, you feel as if you were vaguely stroked by love; an intellectual approach on love, transcending materialistic urges. The solitary splendour of the one body (yet perfect always imperfect) seems to remind us of the beauty that lies in creation of forms and ideas. These platonic studio-works present themselves as, one might say, ‘excited contemplations’. The bodies are depictions of temporary vessels carrying sheer vulnerability. The camera descends into the flesh as if it röntgens for the model’s soul, defining the idea of a poetic action; dealing with the unfathomable, the ephemeral within reality. The artist creates the opportunity for the ‘shapeless’ to take shape, and through the mold of careful selection, he makes them accord to his views and ideas, after which -with most sacred gesture and respect- he places these selections in a gallery or art space, where they are meant to connect with the viewers’ psyche. Which establishes a (to his oeuvre very important) triangular relation; specifically: subject-photographer-/ photographer-viewer/ viewer-subject.
Sharpness is a lie / Michel Vaerewijck, 2014-2015 –had-, (past tense!) made a clear distinction between analogue photography and digital creation. Digital photography he thought to be a fantastic medium far more resembling to painting or sculpting, nevertheless less suitable for expressing layers of thought and emotion. But! Michel Vaerewijck chose to investigate and to prove himself wrong on this matter. With previous concerns as good guidance, he presents us now, a not so very unlogical shift in method. In his most recent work he really surprises us with a digital U-turn. But, notably, a turn which is in fact a logical continuation of his long-lasting analogue quest. In ‘My father is a Gardener’: (an autobiographical and very personal series), Michel Vaerewijck presents us with introspective and reflective motives using color concept, a digital camera and a customized lens. The lens comes in as most important here. The diffracting lense gives him the opportunity to redirect the registration from the so called ‘visible’ to the non-direct-perceivable.
As Michel Vaerewijck puts it himself: “sharpness is a lie”. These images do not only mask but also accentuate the encapsulated information. The spectator is engaged to connect the dots, and thus becomes drawn into the image’s subliminal communication.
Hence, once again, the photographer reaches his aim in expressing his ultimate desire, namely: connecting with the world, and connecting with the viewer.
“We always want to figure things out, but in the process we get swallowed”.
PW 09.09.15. Gent.